Wanneer breekt big data écht door? Wordt het in 2016 dan eindelijk eens big? We praten er al jaren over en ook in de trendlijstjes voor 2016 komt het thema wederom veel naar voren. Maar wanneer zullen we de kansen voor zowel bedrijven als consumenten gaan benutten?
Inmiddels tracken we aardig wat persoonlijke informatie met de wearables die we dragen. Slaappatronen, fitheid, hardlooptijden, hartslagen – allemaal data die op dit moment nog nauwelijks gebruikt worden. In de tech trends van Frog Design, een internationaal bureau voor design en innovatie, las ik een aantal interessante toepassingen voor de toekomst. Stel je voor: beoordeel je nieuwe yogadocent op basis van de balans van cursisten die je voorgingen, kies een nieuw matras op basis van slaapresultaten van anderen of check een filmrecensie op basis van de gemiddelde hartslag.
Big data wordt overigens al wel succesvol ingezet door Netflix bij de ontwikkeling van series. Het succes van House of Cards was te voorspellen aan de hand van data van kijkers. De hoge waardering voor de regisseur, populariteit van de acteur en het origineel waren goede voorspellers voor de manier waarop de serie moest aanslaan bij het publiek, schreef ook NRC Q eerder deze week. Dat was alleen nog op basis van de gedragsgegevens van Netflix-kijkers. Voeg hier de directe feedback van gebruikers uit wearables aan toe en geef je kijkers een nog beter kijkadvies.
Praktische uitdagingen
Klinkt best gemakkelijk allemaal. Maar het heeft nogal wat voeten in de aarde om dit te realiseren. Allereerst moet de data worden vrijgegeven. Toestemming van gebruikers is daarbij een logische must, maar ook de bedrijven van de verschillende wearables die data verzamelen moeten deze beschikbaar willen stellen. Er is een wirwar aan wearables die de data uiteraard niet universeel opslaan. Van Fitbit tot Apple Watch, van Microsoft Band tot Google Glass. De grootste uitdaging zit ‘m in het verzamelen en praktisch bruikbaar maken van deze gefragmenteerde data. Ik weet zeker dat er dan legio ontwikkelaars en organisaties zijn die niet kunnen wachten om hun creativiteit hierop los te laten.
Angst versus kansen
Is dat dan niet een beetje eng, om je persoonlijke data te delen, helemaal als het gaat om biometrische gegevens? ‘Betalen we straks met onze privacy?’, hoor ik sceptici denken. Op een vergelijkbaar vraagstuk stuitte ik laatst bij de keuze voor een nieuwe autoverzekering. In de prijsvergelijker popte ‘fairzekering’ op. Een autoverzekering die korting biedt op basis van je rijgedrag dat gemeten wordt door een kastje. Een soort wearable voor je auto, zeg maar. Rij je veilig, oftewel niet te hard en zonder veel plotseling remmen en hard optrekken? Dan wordt een zeer concurrerend tarief geboden. Interessant. In hetzelfde thema komt Uber deze week met het bericht dat ze gegevens van de smartphones van taxichauffeurs gaat gebruiken om te beoordelen of ze veilig rijden. Zolang de data versleuteld en geanonimiseerd wordt, ben ik nergens bang voor. Ik kies ervoor om de kansen te zien, zonder daarbij de eventuele risico’s uit het oog te verliezen.
Kleine stapjes worden dus al wel gezet, voornamelijk door startups en scaleups. Vraag blijft wanneer dit groots gaat doorzetten. Want wat mij betreft is het hoog tijd voor big data om nu eindelijk eens door te breken. In de bioscoop, op de weg, overal.
Linda
Meer nieuws ›