Een wetenschappelijke studie zorgt voor een goeie dosis nieuwsgierigheid en leert je kritisch naar zaken te kijken. Daarnaast geeft Communicatiewetenschap een beeld van hoe het medialandschap zich heeft ontwikkeld en welke patronen hierin te identificeren zijn. Het analytisch denken dat op de universiteit wordt geleerd, is uiterst waardevol. Een prima basis als je aan de slag gaat, maar waar zit de toegevoegde waarde van je academische achtergrond en hoe maak je die vertaalslag naar de praktijk?
Basis: van theoretisch naar pragmatisch
Met de studie CW is het mogelijk een uitgebreide kennis over het medialandschap te vergaren, en inzicht te krijgen in de invloeden van de media en welke theorieën daarmee samenhangen. Je krijgt veel cases te zien en analyseert deze door middel van een paper, thesis, en noem maar op. Dan komt het punt dat er opeens een écht communicatievraagstuk wordt voorgeschoteld van een échte klant. Ineens krijg je te maken met budgetten en uren, en voeren goede project- en accountmanagement de boventoon wanneer je met dit vraagstuk aan de slag gaat. Het zijn praktische basisvaardigheden die je nooit echt leert tijdens de studie. Wie toetst wie en hoe waarborg je de kwaliteit voor de klant? Het is zoeken naar de juiste werkmodus, tijdmanagement en volgorde van processen. Deze skills zijn echter vrij snel eigen te maken als je het gewoon een keer moet doen. Maak je hier niet te druk om, maar houd er rekening mee dat oplossingen voor echte communicatievraagstukken vaak afgebakend moeten zijn door praktisch haalbare grenzen.
Denkwerk: van analytisch naar strategisch
De grote bonus van een universitaire studie is het analytisch denken dat men er leert. Het altijd kritisch blijven kijken naar eigen werk en het werk van anderen en het altijd afvragen waar bepaalde conclusies op gebaseerd zijn. De studie CW zou echter net iets vollediger zijn, als de vertaalslag van analytisch denken naar daadwerkelijk strategisch denken prominenter in het curriculum voor zou komen. Iedereen kan allerlei theoretische modellen uit het hoofd leren, uiteindelijk gaat het erom dat dit kan worden toegepast voor het bedrijf of de klant waar je voor werkt. Wat is het doel en wie zijn de doelgroepen, wat wordt de bijbehorende strategie, welke kanalen ga je gebruiken en welke content past daarbij? En ja, Lasswell’s model of communication is echt toe te passen. Een versimpeld voorbeeld: je doel is het bouwen van een waardevolle community op social media voor een merk. De strategie die erbij hoort, is dus ervoor te zorgen dat de doelgroep met jouw merk op social media gaat praten. De kanalen die je kiest, moeten kanalen zijn die passen bij deze doelgroep. Je komt erachter dat de doelgroep niet op Facebook of Twitter zit, maar juist op Snapchat. De laatste stap is het maken van de content, op maat gemaakt in een vorm die de doelgroep aanspreekt en zodanig dat deze gebruikmaakt van de functionaliteiten van Snapchat, om interactie uit te lokken en zo het doel te behalen. Met het analytisch vermogen ontleed je een vraagstuk in stappen die ondernomen moeten worden. Gebruik dit om vooruit te denken en pionnen op de juiste plekken te plaatsen: vertaal het naar een strategie door aan elke stap een actie te koppelen.
Deductie: van breed naar smal
Eén van de eerste dingen die je als student leert tijdens die oh-zo-langdradige-hoorcolleges-methodiek: veelal gebruiken we in de wetenschap een deductieve methode. Doe dat dus ook als je begint met werken of het oriënteren na je studie: ga van algemeen naar specifiek. Probeer van alles uit en kijk waar je interesses en talenten liggen. Misschien ben je wel een geweldige accountmanager of misschien liggen je interesses bij social media, crisiscommunicatie, SEO of online marketing. Ons vakgebied is voortdurend in beweging en interdisciplinariteit voert hierbij de boventoon.
Gratification: van verwachtingen naar waarmaken
Last-but-not-least: manage je verwachtingen. Sommige studenten verwachten dat ze na hun studie Don Draper worden en bij hun eerste baan een fles whisky naast hun bureau hebben staan of meteen aan de slag mogen als creative director bij een hip reclamebureau. Als Generatie Y voelen we ons enigszins entitled op een succesvol professioneel leven. We willen een baan die we leuk vinden, waarbij je veel verantwoordelijkheid hebt en veel mag reizen. Als kers op de taart verdienen we daarbij een riant salaris. De meesten gaan echter in hun eerste baan knipsels opslaan, administratief werk doen of verzorgen de klantenservice op de webcare-afdeling. Onderschat dit werk niet, je krijgt namelijk een exclusieve kijk in de processen van een bedrijf. Met een Bachelor of Master op zak ben je er nog niet: de banen liggen nu eenmaal niet voor het oprapen in de communicatie. Jezelf bewijzen dat je daadwerkelijk in staat bent om ‘strateeg nieuwe media’ bij een reclamebureau te zijn – zoals op de website van de UvA vermeld staat – is een lange weg. De mogelijkheden om jezelf zo breed mogelijk te oriënteren, rustig mee te kijken en te leren van mensen met meer ervaring is goud waard. Ideaal startpunt.
Kinyi
*Deze blog is ook als gastcolumn verschenen op Medium, het tijdschrift voor de communicatiewetenschappelijke opleidingen aan Universiteit van Amsterdam uitgegeven door studievereniging Mercurius.
Meer nieuws ›